Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl
Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl
Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl
Door Joost Conijn
Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl
Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl
Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl

Voor Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl volgde Joost Conijn ruim een jaar lang zijn buurkinderen op een gekraakt haventerrein in Amsterdam-West. Ze groeien daar op in totale vrijheid . Elke dag is voor hen een nieuw avontuur: ze gaan niet naar school, dus kunnen ze ongehinderd brommercrossen, snoep jatten bij de benzinepomp en ravotten in het uitgestrekte havengebied totdat het donker wordt. Conijns film is een meeslepende lofzang op de ‘homo ludens’ (spelende mens) en het verzet tegen de inkapseling van het individu door de maatschappij. Tegelijkertijd werpt het vragen op over de houdbaarheid van deze alternatieve idealen. Niet lang na het verschijnen van de film zou de Amsterdamse politiek ingrijpen en Bureau Jeugdzorg de kinderen bij hun vader weghalen en uit huis plaatsen. Dit is het begin van het einde van een hedendaagse utopie, en een wrang voorbeeld van hoe kunst het echte leven kan beïnvloeden.