Repainting artworks

‘Het Frans Hals Museum gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën om te analyseren hoe bezoekers onze website gebruiken, om het delen van inhoud op sociale media mogelijk te maken en om de inhoud en advertenties van de site af te stemmen op uw voorkeuren. Dergelijke cookies worden ook door derden geplaatst. Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je hiermee akkoord. Zie onze cookie-instellingen voor een beschrijving van de cookies waarvoor wij jouw toestemming vragen.

De tuin is van 15 tot en met 19 april gesloten voor bezoekers.

Koop tickets

Burgers en Buitenlui
Burgers en Buitenlui Burgers en Buitenlui



Dirck Hals

Adriaen Brouwer

Locatie

Hof

Tijd

± 30 minuten

Tijd

± 30 minuten

Nieuwe Presentatie eigen Collectie

Elk jaar wordt het eigen bezit aan oude kunst op een nieuwe manier geschikt en opgehangen, met telkens een ander thema als rode draad. Verborgen werken uit het depot, en soms ook bruiklenen, worden daarbij ter aanvulling ingezet. Voor het jaar 2004 is ‘Burgers en Buitenlui’ het thema.

Het op landeigendom gebaseerde feodale stelsel in de Middeleeuwen had vanaf 1400 in de Noordelijke Nederlanden meer en meer plaats gemaakt voor een geldeconomie. De stad werd het middelpunt van de economische groei, dankzij een bloeiende nijverheid en handel. Er ontstond een trek van het platteland naar de stad, waar meer uitzicht was op gunstige financiële perspectieven.

De grote bloei van Haarlem zette in vanaf ongeveer 1590. De levensader van Haarlem was het Spaarne. Een groot aantal stadsgezichten van Haarlem toont het Spaarne met zijn schepen (zoals Gezicht op Haarlem van Hendrick Vroom, afb. 1) en zijn brouwerijen (zoals Gezicht op de Brouwerij De Drie Leliën van Jacob Matham en Gezicht op het Spaarne met de Waag van Gerrit Berckheyde, dat onlangs in bruikleen is gekomen van het Rijksmuseum).

Een ander geliefd thema was het ‘gezicht op de Grote Markt’. Gerrit Berckheyde maakte er verscheidene, waarop hij de Grote of St.-Bavokerk afbeeldde, het Stadhuis, de Vleeshal, de Vishal en de Hoofdwacht: de belangrijkste openbare voorzieningen voor de burgers. Hier waren de religieuze, de bestuurlijke en de commerciële macht van de stad bijeengebracht. De Grote of St.-Bavokerk was het grootste en hoogste gebouw dat boven alles uittorende en van veraf zichtbaar was. Het was niet alleen een imposant symbool van de macht van de kerk, maar ook een afspiegeling van de rijkdom en het aanzien van Haarlem.

De trots van de Haarlemmers op dit grootste monument van hun stad werd vertaald in vele schilderijen van het interieur van de Grote of St. Bavokerk door Pieter Saenredam en Job Berckheyde. De stad telde op het hoogtepunt van zijn bloei rond 1630 wel 40.000 inwoners. In de zuidwesthoek van de stad was een heel nieuw stadsdeel verrezen. In het midden daarvan werd de Nieuwe Kerk gebouwd naar ontwerp van de beroemde architect van het Amsterdamse stadhuis, Jacob van Campen. Het is een indrukwekkend gebouw geworden van harmonische verhoudingen en een strenge, calvinistische soberheid, zoals het Interieur van de Nieuwe of St.-Annakerk van Pieter Saenredam laat zien, dat in 1652 enkele jaren na de voltooiing geschilderd werd.

 

Dirck Hals

Regenten en Schutters

De stad werd bestuurd als was het Rome uit de Oudheid in de republikeinse tijd. De meest vooraanstaande, rijke brouwers hadden zitting in de Vroedschap (in Rome de Senatus) en uit hun midden werden de Burgemeesters gekozen (in Rome de Consuls) die voor een periode van twee jaar regeerden. Het was de stedelijke overheid er veel aan gelegen dat er vrede en orde heerste in de stad. Daartoe diende de schutterij, waarin vele leden van de vroedschap dienden als officier. Zij hadden er het meeste belang bij dat hun bezit beschermd werd tegen oorlog of oproer. Elke mannelijke burger had de plicht in de schutterij te dienen. Er waren twee Doelens, de Sint-Jorisdoelen en de Cluveniersdoelen. De officieren kregen als blijk van waardering aan het einde van de driejarige diensttijd een afscheidsmaal aangeboden door de stad. De officieren lieten zich voor het nageslacht bij die gelegenheid portretteren, zoals te zien is op de Maaltijd van de officieren van de Sint-Jorisschutterij uit 1616 van Frans Hals (afb. 2). Elke officier betaalde voor zijn eigen portret. De vijf wereldberoemde schuttersstukken van Frans Hals weerspiegelen het aanzien dat deze officieren genoten.

Een andere belangrijke rol die het regentenpatriciaat in het openbare leven van de stad vervulde was het leiding geven aan en ondersteunen van de armenzorg. Rijke, invloedrijke burgers werden benoemd tot regenten en regentessen van verschillende instellingen. Het werk gebeurde zonder stipendium en werd gezien als het verrichten van Werken van Barmhartigheid. De regenten en regentessen worden meestal in vergadering bijeen geschilderd en zijn gekleed in sobere zwarte kledij.

In de familieportretten van de burgers mogen meer tekenen van status en rijkdom getoond worden. Deze portretten waren in de eerste plaats bestemd om te hangen in het eigen woonhuis en werden naderhand in het woonhuis van volgende generaties opgenomen, vaak in een familieportrettengalerij. De portretschilder heeft de geportretteerde zoveel mogelijk naar de werkelijkheid weergegeven. Dit is kenmerkend voor de benadering van de Haarlemse portretschilders Frans Hals, Johannes Verspronck en Jan de Bray. De Bray voegde soms allegorische verwijzingen of andersoortige symboliek toe aan zijn portretten. Zijn klantenkring koos vaak voor een portrait historié waarin deugdzame helden en heldinnen uit de klassieke oudheid bewust als rolmodellen werden gekozen om de eigen deugdzaamheid in beeld te brengen.

 

Moraal

De calvinistische hang naar deugdzaamheid vindt voornamelijk zijn neerslag in de vermanende inhoud van stillevens. De overdaad en kostbare luxe van de ontbijtjes en banketjes van Floris van Dijck, Pieter Claesz en Willem Heda wijzen op de betrekkelijkheid van uiterlijk vertoon en kortstondig genot. De kortstondigheid van het leven van de mens, Vanitas, wordt in stillevens vertaald door schedels, verwelkende bloemen, brandende kaarsen, muziekinstrumenten en kostbaarheden. In geen ander onderwerp komt de eeuwigheid van het koninkrijk Gods en de christelijke heilsleer zo markant tot uiting.

De moraliserende boodschap vormde eveneens een belangrijk element in de vrolijke gezelschappen van elegant geklede burgers die zich temidden van courtisanes te buiten gaan aan overdadig eten en drinken. Zij dienden ter aansporing van matigheid. Deze tafereeltjes, die door hun realistische levendigheid en eigentijdse kledij de indruk wekken alsof ze onderdeel vormden van het normale dagelijkse leven, zijn uniek in de kunstgeschiedenis van de Westerse beschaving. Veel literaire beeldspraak gebaseerd op spreuken, populaire versjes, zegswijzen en spreekwoorden werden in deze voorstellingen in beeld vertaald.

Haarlem is niet alleen de bakermat van de ‘vrolijke gezelschappen’ maar ook van dansende en drinkende boeren die zich vermaken op kermissen en in herbergen. Het leven van de buitenlui had echter minder vrolijke kanten. Door de ontvolking waren op het platteland nauwelijks goede voorzieningen voor onderwijs, gezondheid en een kansrijk bestaan. Veel grondbezit rond Haarlem was in bezit van rijke burgers of instellingen, die het aan de boeren verpachtten. Het werk op de blekerijen werd uitgevoerd door seizoenarbeiders, die een karig loon verdienden en in de winter zelf moesten zien rond te komen. De kwalijke elementen werden uit de stad gebannen en geweerd en maakten het platteland onveilig. In de landschappen waarop dorpsgezichten en schamele boerderijen zijn afgebeeld aan de duinrand buiten Haarlem is het bijna altijd zomer, maar in de figuren die deze landschappen bevolken is de armoede vaak duidelijk zichtbaar, zoals in Isaack van Ostade’s Landloper bij een boerenwoning. In het winterlandschap van Isaack van Ostade is te zien hoe jong en oud, arm en rijk zich op het ijs verpozen. (afb. 3) De boeren maken van de nood een deugd en verkopen koeken en drinken en proberen zo in het seizoen waarin niet op het land gewerkt kan worden nog een karig centje te verdienen. Die eenvoud en die ijver van de landman is een literair gegeven afkomstig uit de klassieke oudheid dat in het verhaal van Philemon en Baucis zijn hoogtepunt vindt. Zij delen het weinige dat zij hebben met een passant (in werkelijkheid de verklede god Jupiter) die hen om onderdak en eten vraagt. De eenvoud en de armoede van het boerenbestaan wordt geïdealiseerd ten opzichte van het jachtige, ingewikkelde stadsleven.

Vaak werd het primitieve, onbeheerste gedrag van boeren tegenover het beschaafde, beteugelde van de stedeling geplaatst. Dit vond zijn oorsprong in de komedies van de klassieken, zoals Plautus. Boeren raken verzeild in kluchtige, doldwaze situaties die ze vaak aan hun eigen domheid en ongebreideld handelen hadden te wijten. Dronkenschap en liederlijkheid worden als slecht voorbeeld in deze tafereeltjes opgevoerd. De jaarlijkse kermis was het moment waarop de boeren en buitenlui zich te buiten gingen aan drank en allerlei platvloers vermaak. Zo heeft Jan Steen dat in zijn Boerenkermis in alle geuren en kleuren geëtaleerd. (afb. 4) Jan Steen schuwt hierin de komische overdrijving niet en weet zo met een vrolijke lach de menselijke tekortkomingen aan de kaak te stellen: het boerenleven als vehikel om de burger tot beteugeling van de lage driften aan te sporen. Deze boodschap leverde een oneindige reeks dorpskermissen, kwakzalvers en boerenherbergen op van diverse schilders beginnend bij Adriaen Brouwer, via Adriaen en Isaack van Ostade, Cornelis Bega en Jan Steen om te eindigen bij Cornelis Dusart en Richard Brakenburgh. Het boerengenre bleek een enorme aftrek te vinden bij de burgers. Hoewel hun wereld zo totaal anders was, zelfs tegengesteld aan het leven van de stedeling werd afgebeeld, kreeg ze juist daarom ingang in het interieur van de burger aan de wand van zijn woonhuis. De schilderijen dwongen de burger tot nederigheid en maakten hem bewust van de menselijke tekortkomingen zonder dat hijzelf het directe onderwerp van die werken was.

Adriaen Brouwer

Ontdek meer

Game 3 of 3

Dislike
Frans Hals

Koos Breukel

Jan van Scorel

Guido van der Werve

Maerten van Heemskerck

Drag & drop if you like

or dislike it

Go on! Drag me around!

Are you sure?!

I don't like him either

He doesn't like you I'm afraid

Meet at Frans Hals!

Game 1 of 3

lock
lock

Game 2 of 3