Kunstenaar/curator Gavin Wade (1971, GB) realiseerde in het kader van Nieuw & Oud een interventie in de vaste collectie-opstelling van het Frans Hals Museum. Wades werk combineert, verbindt en fictionaliseert geschiedenis en  tentoonstellingsmethodes. Een kunstwerk bestaat volgens Wade alleen als het wordt tentoongesteld. In de opslag is een kunstwerk niets anders dan een artefact, materiaal, of een ding dat erop wacht om weer ‘tot leven’ te komen als kunst. Hoe je exposeert, is volgens hem net zo belangrijk als wat je exposeert. Deze opvattingen vormen het uitgangspunt voor Wades interventie in het Frans Hals Museum. Hij creëert sculpturen die functioneren als display units, systemen waarop werken uit de verzameling oude, moderne en hedendaagse kunst van het museum worden getoond als in een tijdelijke zoölogische tuin.

Wade heeft geen atelier maar realiseert zijn werk in de openbare ruimte in samenwerking met anderen – collega-kunstenaars of denkers en andere publieksgroepen. Wade heeft werk van een aantal twintigste-eeuwse architecten nieuw leven ingeblazen. Zijn eigen werk in Z is for Zoo is deels gebaseerd op Frederick Kieslers (1890-1965) display units uit 1924 en Adolf Krischanitzs Mobile Wall System (1986) voor de Wiener Secession. Kiesler ontwikkelde aan het begin van de twintigste eeuw radicale en vernieuwende ideeën over hoe kunst zou kunnen worden tentoongesteld. Niet in een huiselijke, salonachtige omgeving of aan witte wanden in zogenaamd neutrale ruimtes maar op basis van dynamische, ruimtelijke ophangsystemen die hij L-Type en T-Type Display Units noemde. Wade greep het gedachtegoed van de Oostenrijks-Amerikaanse Kiesler aan om structuren te maken die zowel ‘zelfstandige’ beeldhouwwerken zijn als functionele ‘systemen’ waaraan kunst kan worden gehangen. Wade is gestart met de ontwikkeling van een geheel alfabet van dit soort structuren, waarvoor hij L-Type en T-Type zal uitbreiden van A tot en met Z. In het Frans Hals Museum gebruikt hij T-Type en Z-Type om de werken te tonen met een botanisch of zoölogisch thema. Het T-Type is voor planten en het Z-Type voor dieren in een ode aan de  voormenselijke manifestatie van de natuur.

Deze structuren – Wade noemt ze speeltuinen voor kunstenaars en curatoren –  krijgen in nieuwe omgevingen telkens een andere functie. De kunstenaar/curator heeft sinds 2001 een aantal versies van de L- en T-Types gepresenteerd op belangrijke internationale tentoonstellingen (Guangzhou Triennial, 2005), kunstcentra (ConTEMPorary, New York, 2003; Temple bar Gallery, Dublin, 2015, en Stroom Den Haag, 2016), op kunstbeurzen (ARCO Madrid, 2001 en Art Rotterdam, 2016) en nu voor het eerst in een museale collectieopstelling met oude, moderne en hedendaagse kunst in allerlei vormen en materialen. De structuren zijn de gastheer of gastvrouw voor werk van andere kunstenaars uit verschillende tijdperken. Ze functioneren als mini-tentoonstelling, of zoölogische tuinen, binnen de opstelling van de vaste collectie in het Frans Hals Museum.

Wade is de tweede kunstenaar op rij die in het Frans Hals Museum onderzoekt hoe en welke tentoonstellingsstructuren invloed hebben op de manier waarop de bezoeker oude kunst in de collectie-opstelling ervaart. Than Hussein Clark (1981, GB) ging hem begin 2016 voor en ontwierp zitmeubelen die tegelijkertijd ‘rekwisiet’ waren in zijn theatrale performances als een altaar voor collectiestukken en functioneel meubilair voor de bezoeker.

Sinds 2008 nodigt het museum kunstenaars uit om in dialoog te treden met de collectie oude kunst en het museumgebouw. Onder de noemer Conversation Piece stelden onder meer schilders John Currin en Glenn Brown hun werk tegenover doeken van de meesters uit de Gouden Eeuw. Vanaf 2014 experimenteerden o.a. Rineke Dijkstra en Arnoud Holleman met nieuw werk in opdracht van het museum onder de noemer Nieuw & Oud.

Gavin Wade (1971, GB) studeerde af als schilder aan de Londense Academie Central Saint Martins in 1994. In 1996 stelde hij zijn eerste tentoonstelling samen en werkt sindsdien als kunstenaar/curator. In 2008 richtte hij samen met vijf andere kunstenaars, architecten en ontwerpers Eastside Projects op, een experimentele kunstruimte in zijn woonplaats Birmingham. Hij noemt zichzelf een pragmatisch utopist. Wade was Research Fellow in Curating aan Wolverhampton University (1999-2002) en Birmingham City University (2004-2008). In 2010 ontving hij de Paul Hamlyn Foundation Breakthrough Fund Award voor uitzonderlijke, culturele ondernemers. Naast diverse internationale groepstentoonstellingen en projecten, realiseerde hij ook solotentoonstellingen met o.a. Liam Gillick, Dan Graham, Mike Nelson, Jennifer Tee, Carey Young, en over Bas Jan Ader. Schrijven en uitgeven vormt daarnaast een belangrijk onderdeel van Wades praktijk als kunstenaar/curator. Zijn meest recente boek, UPCYCLE THIS BOOK, is een verzameling van zijn schrijfwerk en komt in het najaar van 2016 uit bij Book Works en Stroom Den Haag.