Een tentoonstelling over kijken
In tijden dat in de museumwereld alles groot, groter, grootst moet zijn, kiest het Frans Hals Museum – toch al een museum van de menselijke maat – voor het tegenovergestelde. Het museum richt de aandacht op zijn fraai bewerkte tegeltjes, ornamenten, kleine zilveren voorwerpen en natuurlijk op al die onopgemerkte details op schilderijen. De bezoeker gaat op ontdekkingsreis, als een Gulliver op het eiland Lilliput en wordt uitgedaagd om ‘op het tweede gezicht’ naar het museumgebouw en de collectie te kijken. Een tocht voor jong en oud, waarbij de bezoeker al doende beter leert kijken en oog ontwikkelt voor het detail, het verborgene, het imaginaire en daarmee de sleutel krijgt tot een wereld van verhalen.
Foto: Gert Jan van Rooij
Met de vaste collectie als basis introduceert het museum een innovatieve en meerstemmige vorm van publieksbegeleiding met als doel de bezoeker op een actieve manier een breder kunstbegrip te geven. Daarbij is het belangrijk dat niet alles meteen zichtbaar is, maar de bezoeker op zoek moet gaan naar betekenisvolle details. Net als bij het spelletje Ik zie, ik zie … wat jij niet ziet gaat het om ontdekken van wat op het eerste gezicht niet direct opvalt. Pas door de aanwijzingen, uitleg en verhalen maakt de museumbezoeker kennis met de verborgen schatten.
Op die manier wordt de bezoeker uitgedaagd om met aandacht te kijken, om zich als ‘onderzoeker’ op te stellen en de overstap van het passieve ‘zien’ naar het actieve ‘kijken’ te maken. Scherp leren kijken is een vorm van visuele geletterdheid en kan leiden tot meer kijkplezier.
Foto: Gert Jan van Rooij