Vier schilders in één gezin: Dirck, Jan, Joseph en Salomon de Bray
Van 2 februari tot en met 22 juni 2008 is in het Frans Hals Museum een unieke overzichtstentoonstelling te zien van vier schilders in één gezin: Dirck, Jan, Joseph en Salomon de Bray. Uitzonderlijk schilderstalent zat bij alle vier in de genen. In het Frans Hals Museum komen ze na eeuwen voor het eerst weer tezamen. Vader Salomon en zoon Jan gelden als de grootste historieschilders die Haarlem heeft voortgebracht. Hun classicistische, verhalende en theatrale werken hebben een opvallende positie in de schilderkunst van de Gouden Eeuw. De jongere zonen Dirck en Joseph produceerden op hun beurt verfijnde bloemstillevens van een uitzonderlijke kwaliteit. Een veelzijdige familie, katholiek, universeel onderlegd en de spil van het culturele leven van het Haarlem in de Gouden Eeuw.
De schilderijen zijn behalve uit de eigen collectie, afkomstig uit musea en privé-collecties uit Europa en de Verenigde Staten.
Judith en Holofernes, Jan de Bray, Rijksmuseum
Salomon de Bray (1597 – 1664) was een veelzijdig man die naast het schilderen ook werkte als architect, stedenbouwkundige, dichter, theoreticus en als ontwerper van zilverwerk. Allereerst was hij echter historieschilder. Het uitbeelden van Bijbelse en klassieke geschiedenissen werd destijds gezien als de hoogste trap in de schilderkunst. Daarbij ging het vooral om de aansprekende weergave van het menselijk handelen en de morele keuzes daarachter. Zijn meest eervolle opdracht kreeg Salomon rond 1648 voor het maken van twee doeken voor de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch, die Amalia van Solms liet decoreren ter nagedachtenis aan haar echtgenoot stadhouder Frederik Hendrik. Deze werken kunnen Huis ten Bosch uiteraard niet verlaten. Gelukkig zullen van Salomon 13 andere topstukken te zien zijn waaronder Badende vrouw die haar haren kamt uit het Louvre in Parijs. Dit werk is zeer uitzonderlijk omdat er geen vroeger schilderij bekend is met ‘alleen maar’ een vrouwelijk naakt, zonder een handeling of attribuut dat van haar een Venus of Batsheba maakt.
Jan de Bray (ca. 1627 – 1697) werkte net als zijn vader als historieschilder voor de rijke, intellectuele elite. Na de dood van Frans Hals werd hij diens opvolger als de uitverkoren portretschilder van het Haarlemse patriciaat. Hij maakte naast historieschilderijen regentenportretten voor Haarlemse instellingen en drie schoorsteenstukken voor het stadhuis. Het Oordeel van Zaleucus zal voor de tentoonstelling de schepenkamer van het Haarlemse stadhuis verlaten.Van Jan de Bray zullen 29 werken te zien zijn waaronder het Banket van Antonius en Cleopatra uit de Royal Collection, Her Majesty Queen Elisabeth II in Londen.
Dirck (ca. 1635 – 1694) specialiseerde zich aanvankelijk in de prentkunst. Later legde hij zich, net als zijn broer Joseph (ca. 1628/34 – 1664), toe op het schilderen van bloemstillevens. Van Joseph en Dirck zullen 8 werken op de tentoonstelling te zien zijn.
Bloemstilleven, Dirck de Bray, Privé Collectie
In voorbereiding op de tentoonstelling heeft het Frans Hals Museum twee werken gerestaureerd. Het werk ‘Laat de kinderkens tot mij komen: Pieter Braems en zijn gezin’ van Jan de Bray bezorgde de restauratoren bijzondere verrassingen. Rondom Christus staan enkele meekijkende figuren, die later zijn toegevoegd. Van dit schilderij is namelijk een tekening uit Jan’s atelier bewaard gebleven waarop de vier figuren ontbreken. Wie deze mannen zijn en waarom ze zijn toegevoegd is een raadsel. In de tentoonstelling zal worden ingegaan op de mysteries achter deze toevoegingen.