Het Haarlemse Rederijkersgezelschap Trou moet Blycken viert dit jaar haar vijfhonderd jarig bestaan. De rederijkers beoefenden de dichtkunst en traden op hoogtijdagen in de stad met zinnenspelen op, een soort moralistische toneelstukken. Jaarlijks werden landjuwelen georganiseerd, wedstrijden waarop prijzen te winnen waren. In 1606 viel Haarlem de eer te beurt zo’n ‘landjuweel’ te organiseren. De kunstschatten van Trou ontstonden in dat kader: 15 blazoenen met zinnebeeldige voorstellingen, zilver en een boekwerk. De blazoenen werden meegedragen bij de intrede van de deelnemers aan het Haarlemse landjuweel in 1606 en aan Trou geschonken. Alle blazoenen zijn voorzien van een zinnebeeldige voorstelling, heraldische wapens en de lofspreuk van de betreffende kamer. Aan het Haarlemse landjuweel namen rederijkerskamers van bekende steden deel, maar ook van enkele onbekende dorpen in Zuid-Holland. Behalve deze blazoenen is op de tentoonstelling ook een bijzondere collectie gelegenheidsglazen uit de 18^de eeuw te zien. Tegenwoordig is Trou een herensociëteit.