Vijf portretten was een presentatie van audiovisueel werk uit de collectie van het museum. Van vijf kunstenaars werd werk getoond dat de grenzen tussen portret en documentaire verkent; Joost Conijn, Tracey Emin, Arnoud Holleman, Pablo Pijnappel en Julika Rudelius. De tentoonstelling bracht een aantal verschillende artistieke posities bij elkaar die thema’s als de menselijke habitat en sociale en culturele identiteit behandelen. Vijf portretten sloeg een brug naar de presentatie van de fotografiecollectie van Hans Kemna, tegelijkertijd in De Hallen Haarlem, waarin vanuit de fotografie vergelijkbare onderwerpen werden behandeld.
In CV – Cunt Vernacular vertelt de Engelse kunstenaar Tracey Emin op de ‘voice-over’ over haar leven aan de hand van haar liefdesgeschiedenis, terwijl een camera haar interieur registreert. Emin heeft haar eigen leven, haar persoonlijk levensverhaal tot onderwerp van haar kunst gemaakt. Haar oeuvre is direct, persoonlijk en ondubbelzinnig, en levert vaak hartverscheurend commentaar op de eenzaamheid van het moderne individu.
Ook Joost Conijns film Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl heeft een documentaire opzet. Conijn portretteert hierin de zeven kinderen uit een autochtoon hippie-moslimgezin dat op een gekraakt haventerrein in Amsterdam-West woont. De totale vrijheid waarin de kinderen opgroeien is die uit een jongensboek, maar tegelijkertijd knaagt er de dreiging van maatschappelijke uitsluiting.
Still uit Cunt Vernacular, Tracey Emin
Avontuurzucht en maatschappelijke autonomie zijn ook de drijfveren van de hoofdpersoon uit Andrew Reid, Pablo Pijnappels videowerk uit 2003. Hierin tracht de kunstenaar een afspraak te maken met zijn stiefvader, die belooft vanuit Rio naar Parijs te komen. Andrew Reid speelt met de grenzen tussen documentaire en fictie, en heeft individualisme en culturele ontheemding als centrale thema’s.
Voor Julika Rudelius is het grensvlak tussen feit en fictie, documentaire en geregisseerd beeld, eveneens van cruciaal belang. In de video Train zien we een aantal jongens in een treincoupé zitten, ‘stiekem’ gefilmd. Ze praten over meisjes, en scheppen op over hun seksuele prestaties. De film kent sterk sociologische interesses: Rudelius onderzoekt het groepsgedrag van jongeren, en creëert een krachtig tijdsbeeld.
De Interieurs die Arnoud Holleman en Pieter Kramer maakten (oorspronkelijk voor VPRO-televisie) kennen eenzelfde sociologische interesse. Holleman en Kramer hebben een aantal mensen gefilmd in hun interieur, en laten op even heldere als doeltreffende manier zien op welke manier de huiselijke omgeving bijdraagt aan de constructie van ‘identiteit’.
Still uit Train, Julika Rudelius