In de foyer van het Frans Hals Museum zal van 2 maart tot en met 2 juni 2002 een kleine documentaire tentoonstelling te zien over bloemen, tulpen en de tulpenmanie in de 17de eeuw. Deze tentoonstelling sluit aan bij de tentoonstelling Brutto Gusto, elders in het museum.
In de kleine tentoonstelling wordt voornamelijk werk getoond uit eigen collectie: stillevens, genrestukken en vanitasschilderijen waarop bloemen een symbolische betekenis hebben en het zogenaamde Tulpenboek van Judith Leyster.
In de 17de eeuw stond vooral de tulp enorm in de belangstelling. De bloem was in de 16de eeuw ingevoerd in Nederland vanuit het Turkse Rijk. Het verzamelen van tulpenbollen was een kostbare liefhebberij. Vanaf 1635 nam de handel in tulpen een hoge vlucht en een ware tulpenmanie brak uit. Arm en rijk sloeg aan het speculeren. In februari 1637 kwam de ommekeer. De prijzen kelderden en een ieder probeerde hals over kop zijn bollen te verkopen. Veel speculanten verloren een fortuin. Berooid en met hoge schulden bleven zij achter.
Enkele vermakelijke schilderijen gaan over de tulpomania in de 17de eeuw, zoals De allegorie op de tulpomania van Jan Brueghel II, en Flora’s Mallenwagen, dat wordt toegeschreven aan Hendrick Gerritsz Pot. Dit schilderij is gebaseerd op de spotprent De Mallenwagen alias het valete der Bloemisten, toegeschreven aan Crispijn van der Passe II. De teksten en opschriften op deze prent verklaren de voorstelling op het schilderij.
Tulpenboek, Judith Leyster