De Haarlemse schilder-schrijver Jacobus van Looy (1855-1930) won in 1884 de Prix de Rome, een belangrijke aanmoedigingsprijs voor kunstenaars. De prijs stelde Van Looy in staat een studiereis te maken naar Italië en Spanje. Op 18 november 1886 stak hij vanuit Spanje met de boot over naar Tanger (Marokko). De exotische, sprookjesachtige wereld waarin hij verzeild raakte, bracht hem in een euforische stemming: “De reeks indrukken neemt nooit een einde, het een stapelt zich boven het andere”, schreef hij in een van zijn brieven. Vooral de drukte van het Zocco, een kleine markt in Tanger met slangenbezweerders, verhalenvertellers en de vele pakezeltjes maakte een verpletterende indruk op hem. “Een herrie, een mierennest, men weet niet waarheen te zien … het was in eens vol feest van bewegend, en kleurig bedrijf.”

Van Looy bleef maar kort in Tanger. In 1901/02 keerde hij met zijn vrouw terug naar deze stad. Deze keer maakte hij er talloze schetsen en tekeningen. Voor Elsevier’s Geïllustreerd Magazine beschreef hij in een kleurrijke, impressionistisch taalgebruik zijn reiservaringen. In 1913 werden de ervaring onder de titel Reizen in boekvorm gepubliceerd.

Veel tekeningen uit deze periode zijn bewaard gebleven in de omvangrijke nalatenschap van Jacobus van Looy. Deze collectie is nu eigendom van de Stichting Jacobus van Looy en wordt beheerd door het Frans Hals Museum|De Hallen Haarlem. Voor de tentoonstelling waren uit deze verzameling circa 40 tekeningen, pastels, notitieboekjes geselecteerd. “Tanger behoort tot mijn gezegendste indrukken”, schreef Van Looy in 1886 naar Nederland. De verwondering van de kunstenaar over deze Noord-Afrikaanse wereld sprak uit iedere tekening, schets en potloodkrabbel op de tentoonstelling.