In het voorjaar oogt het Frans Hals Museum op zijn mooist. De zalen zijn versierd met schitterende bloemboeketten, en in de historische binnentuin bloeien uitzonderlijke tulpen, narcissen en keizerskronen.

Ieder jaar wordt deze bloemenpresentatie opgeluisterd met hedendaagse kunst in relatie tot bloemen. Zo was in de afgelopen jaren werk te zien van Geer Pouls, Ritsue Mishima en Bernhard Heesen. Dit jaar is gekozen voor de fantasierijke beelden van Guido Geelen.

De manier waarop Guido Geelen (1961) zijn beelden met de collectie 16de- en 17de-eeuwse schilderkunst verbindt, leidt tot gedurfde confrontaties die een sterk beroep doen op de fantasie van de toeschouwer. Zo staan twee levensgrote afgietsels van een man, die zijn opgesierd met bloemen, opgesteld in de zaal met de maniëristische, ‘musculaire’ schilderijen van Cornelis van Haarlem en Hendrik Goltzius. Een koeienkop van gebakken rode klei, die met veel gevoel voor ironie is omgetoverd tot een bizarre bloemenvaas, geeft een uitdagend accent aan de zaal met 17de-eeuwse stillevens. Een klassiek consolebeeld, gedecoreerd met goedkope plakplaatjes van romantische landschappen, contrasteert met de majestueuze landschappen van Jacob van Ruisdael. Grote, met bladgoud bedekte irissen lenen zich perfect voor de overdadige ‘goudleerzaal’ waarin de chique buitenpartijen en feestende gezelschappen van Dicrk Hals en Esaias van de Velde hangen. Twee vijzels, die in hun tussenruimte het silhouet van Geelens hoofd vormen, voegen zich probleemloos in de 18de-eeuwse apotheek. Guido Geelen laat zijn beelden geraffineerd aansluiten bij de sfeer van het gebouw en de verschillende thema’s van de collectie.

Guido Geelen geldt in de wereld van de keramiek als een belangrijke voortrekker die voortdurend bezig is de grenzen op te rekken. Steeds zoekt hij naar nieuwe mogelijkheden, zowel in materiaal en techniek als in vorm en voorstelling. In 2000 kreeg hij de prestigieuze Heinekenprijs vanwege, zoals in het juryrapport staat geschreven, ‘de brutaliteit waarmee hij met keramiek omgaat en de onorthodoxe wijze waarmee hij de toepassing van het traditionele materiaal klei een vernieuwende impuls heeft gegeven en in al zijn facetten heeft weten uit te buiten’. Geelens werk is tegendraads en uitdagend, maar tegelijk ook speels en oogstrelend. Altijd is er die gewaagde tegenstelling tussen stekelige weerbarstigheid en weldadige verleiding.

Traditiegetrouw worden de boeketten en bloemarrangementen in de diverse museumzalen samengesteld en verzorgd door vrijwilligers van de Vereniging van Vrienden van het Frans Halsmuseum.