De Haarlemse schrijver Lennaert Nijgh schreef het lied Malle Babbe (later een grote hit van Rob de Nijs, Boudewijn de Groot schreef de muziek). Hiervoor heeft hij zich laten inspireren door het ‘verkeerde’ schilderij. Hij zou namelijk voor het mooie, rondborstige Zigeunermeisje en niet voor de echte ‘Malle Babbe’ hebben gestaan.

Het lied en daardoor ook Hals’ schilderij spreekt veel mensen tot de verbeelding. Stadsrondleidingen gaan vaak door de Barteljorisstraat om het beeldje van Kees Verkade, dat hij maakte van Malle Babbe, te aanschouwen. En Jopen heeft zelfs het Malle Babbe bier bedacht!

In 1962 vond er een grote Hals-tentoonstelling plaats in het Frans Hals Museum. Toen werd Hals’ Malle Babbe (afkomstig uit de Gemäldegalerie in Berlijn) naast een ándere Malle Babbe gehangen uit het Metropolitan Museum of Art in New York, waarvan we nu weten dat het een 17^e-eeuwse kopie betreft. De Malle Babbe uit Berlijn geldt nu als de enige echte Hals.

Uit onderzoek is gebleken dat de afgebeelde vrouw daadwerkelijk geleefd heeft in de 17^e eeuw. Haar naam was Barbara Claes en ze woonde in het Dolhuys in Haarlem.

Gustave Courbet kopieerde de Malle Babbe van Hals in 1869, in een iets groter formaat. Het schilderij van Hals werd toen tentoongesteld in München, waar hij het heeft kunnen bestuderen. Courbet’s Malle Babbe hebben we voor deze tentoonstelling in bruikleen van de Hamburger Kunsthalle.

De werken zijn vanaf 13 oktober te zien in de tentoonstelling Frans Hals en de Modernen in Hof.